maart 2016 - februari 2017
Pioniersmeent De Stokerij
De ‘pioniersmeent De Stokerij’ is een continue maak-, presenteer-, trainings-, leer- en uitwisselingsplek. De kennis om tot innovatieve, robuuste en duurzame netwerken rond wonen en werken te komen, wordt gedeeld en uitgewisseld tussen de lokaal betrokken participanten.
'De Stokerij' concentreert zich op drie thema’s: (micro-)economie, meenten (‘commons’) en (sociale) interactie. Deze thema’s geven richting aan directe artistieke interventies in open meentruimten in de panden van Stad in de Maak. De ruimten bevinden zich op de begane grond: het grensvlak van woning (wonen en werken) en straat/stad. Het project activeert deze ruimten en vormt ze, als interface tussen gebouw en straat, om tot plaatsen van ontmoeting, (samen)werken en training.
Gedurende een periode van negen maanden wordt aan twaalf kunstenaars gevraagd om een thematisch werk te realiseren in één of meerdere meentruimten van Stad in de Maak. Daarnaast wordt aan drie specialisten gevraagd om het traject te volgen, hierop te reflecteren en verslag te leggen. Diverse media worden hierbij betrokken.
Parallel aan de interventies van de kunstenaars en de reflectie van de volgers, worden er drie seminars/workshops georganiseerd in de ruimte van De Stokerij rondom elk van de drie hoofdthema’s.
Impact van Pioniersmeent De Stokerij:
- Stadbewoners zullen een verdiepingsslag maken en van daaruit een uitzaaiingseffect genereren naar de andere delen van de stad
- De panden, de straat en de stad zal rijker en vooral gewapend met meer ervaring(en) actiever en weerbaarder worden
Wat gaat er gebeuren
Vragen aan Pioniersmeent De Stokerij
-
Met wie werk je samen?
Gedurende een periode van negen maanden wordt aan twaalf kunstenaars gevraagd om een thematisch werk te realiseren in één of meerdere meentruimten van Stad in de Maak. Daarnaast wordt aan drie specialisten gevraagd om het traject te volgen, hierop te reflecteren en verslag te leggen. Zij zijn ook de belangrijkste 'dragers' van een drietal seminars gedurende het project. Verder zijn er nog twee co-financierende partners inhoudelijk betrokken die - naast hun financiële bijdrage - ook partners in het formuleren en evalueren van de maatschappelijke doelen van het project zijn. Met de meeste partners hebben we eerder samengewerkt. Voor de kunstenaars geldt dat we met een aantal eerder hebben samengewerkt in ander projecten, de rest is door ons specifiek gevraagd op basis van hun werk. Het initiatief voor deze samenwerking lag in alle gevallen bij Stad in de Maak.
-
Hoe ga je samenwerken?
Drie maanden projectvoorbereiding, daarna drie keer drie maanden telkens vier interventies en een seminar. Verslag en reflectie wordt in een speciale projectkrant gepubliceerd die ook drie keer verschijnt. De kunstenaars worden geselecteerd op basis van een aantal criteria (combinaties van meerder competenties hebben de voorkeur), namelijk affiniteit met een of meer van de thema’s, met de plek en de doelstellingen van Stad in de Maak (of in staat daar kritisch op te reageren); activistisch van aard; in staat om interactie te genereren, bereid om kennis te delen; affiniteit met duurzaamheid, meer speciaal circulaire economie; (secundair): mix van verschillende disciplines, gender, nationaliteit, binnen en buiten bestaande community. Voorwaarde voor het slagen van het project is dat we de kunstenaars zodanig weten te activeren dat niet alleen hun instelling, maar ook hun interventie aan deze voorwaarden voldoet. Daarnaast zien wij het project als geheel als geslaagd als er een duurzaam vervolg aan kan worden gegeven. De community van bewoners en mensen die werken in de panden van Stad in de Maak (op moment van schrijven circa 25 personen, veelal uit ruimtelijke of artistieke disciplines) zal worden ingezet als hulp bij het realiseren van de werken die kunstenaars maken, en bij het organiseren van events. De samenwerking wordt onder meer bevorderd door de verschillende partijen in seminars bijeen te brengen en op elkaars werk te laten reflecteren.
-
Wat zijn de effecten van wat jullie hebben gedaan?
Met het project “Pioniersmeent de Stokerij” zijn we al onderzoekend gaan werken aan een meer weerbare en zelfvoorzienende buurt. De opzet is om te leren door te doen, in de lokale context van Rotterdam Noord. We hebben een groep ontwerpers en kunstenaars gevraagd om de “plint” van een aantal panden van Stad in de Maak te gebruiken om micro-economische activiteiten op te zetten die voor de gebruikers van de panden - maar ook voor straat, wijk en stad - als pionierseconomie de toekomst kunnen verkennen. Een cruciale bijdrage die het project heeft geleverd is om die activiteiten een zekere alledaagsheid te geven en ze zo langzaam te laten opnemen in de belevingswereld van de straat en wijk. De gebruikers van de panden raken geprikkeld om zélf de mogelijkheden van de plint (een “meent” of commons) te verkennen. Maar ook buurtbewoners kijken er niet meer vreemd van op als er kleinschalige economische activiteit in de panden worden “ondernomen” – in tegendeel, de nieuwsgierigheid is gewekt en buurtbewoners raken voorzichtig betrokken.
-
Waaruit blijken deze effecten?
In de opzet van Stad in de Maak functioneert elk pand als een min-of-meer zelfstandige gemeenschap. Per pand is er geregeld formeel en informeel overleg met de gebruikers, waarin het karakter van de “meent” per pand een steeds belangrijker gespreksonderwerp is geworden. Deze meenten krijgen daardoor een vastere plaats in de beleving van de interactie tussen gebruikers van de panden, straat, buurt en stad. Geleidelijk kantelt zo het beeld van wat deze panden binnen de stad kunnen betekenen, maar ook voor het stadsleven van de betrokkenen. Dat vraagt tijd en het effect is niet van de een-op-andere dag vast te stellen. Verwachtingen lopen uiteen, maar ook het vermogen van individuele betrokkenen om zichzelf in een meer actiever stadsbeeld te plaatsen verschillen van persoon tot persoon. Intensief contact met de betrokkenen is hierbij de belangrijkste indicator.
-
Met wie heb je dit gedaan?
De “pioniersgeest” komt voor een deel van de vaste gebruikers van de panden, maar is ook voor een deel bewust als provocatieve prikkel van buiten ingebracht door ontwerpers en kunstenaars. In principe wordt elke meent verder ingericht en gebruikt door het collectief van de gebruikers van het pand waarin deze is gevestigd (meestal als “meent” of collectieve ruimte op de begane grond). Van de 7 panden binnen het netwerk van Stad in de Maak hebben er nu 4 zo’n geactiveerde meent. Voorzichtig beginnen buurtbewoners deze ruimtes ook te ontdekken. Inhoudelijk zijn de belangrijkste samenwerkingspartners in eerste instantie de gebruikers van de panden die samen de panden activeren. Die gebruikers zijn degenen die in de panden wonen en/of werken, maar langzaam opent zich dit naar straat, wijk en stad. Stad in de Maak wil bijdrage aan een sterke stadsgemeenschap, dus die gemeenschap is dan logischerwijs de belangrijkste samenwerkingspartner. Hiernaast wisselen we kennis en ideeen uit met twee lokale organisaties: Woningbouwcorporatie Havensteder en Gebiedscommissie Noord. Ook delen/ ontwikkelen wij kennis met externe partijen: Vrijcoop Nederland, Community Land Trust Brussel, econoom Martijn Jeroen van der Linden en anderen. Stad in de Maak is hierbij de voortrekker van deze samenwerking.
-
Wat is je opgevallen in de samenwerking; wat ging goed, wat kon beter?
Voor de Pioniersmeent is het concept van een “meent” of commons cruciaal. Dat lijkt evident, maar veel stedelingen zijn langzaam de bekendheid met het idee en de praktijk van zo’n meent verloren. Binnen een groep gebruikers van een pand verschillen de verwachtingen over “hun” meent, maar ook de mogelijkheden per persoon om er op de één of andere manier aan bij te dragen. Daarnaast is een meent voor nieuwe gebruikers soms lastig terrein omdat deze door de overige gebruikers al is ingenomen. Nieuwe gebruikers – en zeker de buren, straatgenoten etc. – voelen zich duidelijk minder vrij om de mogelijkheden van zo’n meent te verkennen. Vaak vindt het eerste contact plaats door ongeplande of onvoorziene “uitwisseling”: gebruik van de wasserette, het brouwen van een eigen bier, het gebruiken van de werkplaats, kleine opdrachten uit de buurt, start-up aanvragen van buren etc. Daarnaast: een wijk weerbaarder maken is dusdanig complex dat meerdere partijen samen moeten werken. Veel van de betrokkenen zijn drukbezet – de “luxe” om met elkaar aan de slag te gaan binnen de buurt is een schaars goed in de huidige maatschappij.
-
Wat is er volgens jou voor nodig om kunst en maatschappij samen in de toekomst nog meer impact te laten maken?
Impact - althans op de lange termijn - vraagt tijd en langdurige betrokkenheid. Veel activiteiten uit kunst en cultuur zijn gebonden aan projectfinanciering, wat een “duurzame” impact vaak lastig te realiseren maakt. Veel kunstenaars zijn zich bewust van deze situatie en initiëren daarom noodgedwongen projecten die binnen een kort tijdsbestek kunnen presteren zonder er veel verdere maatschappelijke verwachtingen bij te hebben. Een verschuiving naar meer langlopende projecten zou hierin een doorbraak kunnen leveren. De fondsen kunnen hieraan bijdragen door een maatschappelijk mandaat. Meer investeringsgeld. Basisinkomen voor impactproducers. En neem de “overhead” van rapporteren uit handen van de deelnemers door zélf op onderzoek uit te gaan bij de betrokken projecten.
-
Wat zijn jouw belangrijkste tips?
Hou het naar je zin!
Bedenk van te voren wat je wilt bereiken maar laat ruimte om mee te bewegen/ mee te veranderen met dat wat er speelt in je project.
-
2 mei 2016Vinden van financiering
De Pioniersmeent heeft in het aanvangstraject ondervonden dat toegezegde co-financiering van lokale overheid veel langer duurt dan verwacht....
Lees verderDe Pioniersmeent heeft in het aanvangstraject ondervonden dat toegezegde co-financiering van lokale overheid veel langer duurt dan verwacht. Gelukkig heeft de stichting eigen kapitaal anders zouden we direct op drie á vijf maanden achterstand staan.